Het jargon van DVT en LE doorbreken.

Hier kun je een aantal belangrijke termen leren, waardoor je makkelijker mee kunt praten.

BloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee.

Als we een schram of snee hebben, vormt ons bloed een klonter om de wond af te sluiten en het wondje de kans te geven te herstellen. Dit natuurlijke stollingsproces kan een probleem worden, wanneer er een bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. wordt gevormd in een diep in het lichaam liggende ader.

Diepliggende aderen

Zoals het woord al zegt, gaat het om aders die diep in het lichaam liggen. Dit zijn belangrijke aders, want ze zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van het vervoer van het bloed door het lichaam naar hart en longen.

TrombusEen bloedstolsel dat is ontstaan op de plaats waar het zit.

Dit is de medische term voor een bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee..

Diepe veneuze tromboseDe term trombose verwijst naar abnormale, levensbedreigende bloedklonters die zich vormen in de ader of slagader.  
(DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
)

Als zich in de diepgelegen aderen een bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. vormt, noemen we dat diepe veneuze tromboseDe term trombose verwijst naar abnormale, levensbedreigende bloedklonters die zich vormen in de ader of slagader.  
(DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
). DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
wordt als gevaarlijk beschouwd, omdat het een longembolie (LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
) kan veroorzaken – en dat is mogelijk levensbedreigend.

Longembolie (LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
)

Als er een stukje van het bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. (trombusEen bloedstolsel dat is ontstaan op de plaats waar het zit.) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
). Een LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.

Kankergerelateerde tromboseDe term trombose verwijst naar abnormale, levensbedreigende bloedklonters die zich vormen in de ader of slagader.  
(KGTKankergerelateerde Trombose (KGT) is een term voor bloedproppen (trombose) die te maken hebben met kanker of de behandeling daarvan.
)

Kankerpatiënten lopen een hoger risico op DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
. KGTKankergerelateerde Trombose (KGT) is een term voor bloedproppen (trombose) die te maken hebben met kanker of de behandeling daarvan.
verwijst naar tromboseDe term trombose verwijst naar abnormale, levensbedreigende bloedklonters die zich vormen in de ader of slagader.  
die veroorzaakt wordt door kankerEen term die we gebruiken voor ziektes waarbij cellen op een abnormale manier groeien en zich mogelijk kunnen verspreiden naar andere lichaamsdelen via het bloed of het lymfensysteem.
.

Antistollingsmiddel

Een antistollingsmiddel is een soort geneesmiddel dat voorkomt dat het bloed stolt. Antistollingsmiddelen worden vaak aangeduid als ‘bloedverdunners’. Ze verdunnen echter niet daadwerkelijk het bloed; ze verstoren de bloedstolling, waardoor een bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. niet groter wordt en er minder kans is op een nieuw bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee.. Antistollingsmiddelen zijn bijvoorbeeld vitamine K-antagonisten (VKAVitamine K-antagonisten (VKA) belemmeren de vitamine K, die essentieel is voor de bloedstolling. Dat betekent dat als VKA’s worden toegediend, het langer duurt voor het bloed stolt.
), ongefractioneerde heparine (OFHOngefractioneerde Heparine (OFH) is een mengeling van moleculen met verschillend moleculair gewicht en biologische activiteit. Het heeft niet het proces ondergaan waarbij moleculen van verschillend gewicht gescheiden worden, wat laag moleculair gewicht heparines wel hebben.
), laag moleculair gewicht heparine (LMGHLaag Moleculair Gewicht Heparine (LMGH) of Laagmoleculaire Heparine (LMH) is een antistollingsmiddel dat onderhuids wordt geïnjecteerd om te voorkomen dat bloedproppen groter worden en om te zorgen dat er zich geen nieuwe proppen vormen.
) en directe orale antistollingsmiddelen (DOAS).