Woordenlijst
-
Cellen die zich in ons bloed bevinden en zich aan elkaar binden wanneer ze beschadigde bloedvaten herkennen, zodat een bloeding stopt.
-
Een bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee.
-
Chemotherapie (ook wel 'chemo') is een behandeling tegen kanker waarbij één of meerdere gecombineerde medicijnen worden gebruikt. Chemotherapie vergiftigt de cellen- het beschadigt cellen, waardoor die afsterven.
-
De medische term voor het stollingsproces, als het bloed verandert van een vloeistof in een dikke prop met een wat gel-achtige consistentie.
-
Chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH): is een verhoogde bloeddruk (hypertensie) in de long (pulmonair), veroorzaakt door een bloedprop (trombo-embolisch). CTEPH is een complicatie die kan voorkomen als een bloedprop in de long niet door het lichaam wordt opgelost en er littekenweefsel ontstaat.
-
Diepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader.
-
Een stukje van de trombus dat is losgelaten van de eigenlijke prop.
-
Een eiwit dat meespeelt bij de bloedstolling.
-
Hormoonsuppletietherapie (HST): een behandeling met hormonen om de natuurlijke hormonen te vervangen als het lichaam niet voldoende aanmaakt of als het nodig is om de samenstelling van de in het lichaam voorkomende hormonen te veranderen.
-
is een maat voor de stollingstijd van bloed, het staat voor International Normalized Ratio. Het geeft aan hoe snel het bloed stolt en of je warfarine die je voorgeschreven hebt gekregen, werkt en of het recept aangepast moet worden. Mensen van wie het bloed normaal stolt en die geen behandeling krijgen, hebben een INR van ongeveer 1. Hoe hoger de INR-waarde, hoe langer het duurt voor je bloed stolt. De meest voorkomende doelwaarde voor iemand die warfarine gebruikt is tussen 2.0 en 3.0.
-
Een term die we gebruiken voor ziektes waarbij cellen op een abnormale manier groeien en zich mogelijk kunnen verspreiden naar andere lichaamsdelen via het bloed of het lymfensysteem.
-
Kankergerelateerde Trombose (KGT) is een term voor bloedproppen (trombose) die te maken hebben met kanker of de behandeling daarvan.
-
Een term die vaak gebruikt wordt voor tumoren. Een kwaadaardige tumor = kanker.
-
Als er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
-
Laag Moleculair Gewicht Heparine (LMGH) of Laagmoleculaire Heparine (LMH) is een antistollingsmiddel dat onderhuids wordt geïnjecteerd om te voorkomen dat bloedproppen groter worden en om te zorgen dat er zich geen nieuwe proppen vormen.
-
Een medische aandoening die gekenmerkt wordt door de opeenstapeling van een overmatige hoeveelheid lichaamsvet, hetgeen nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid.
-
Ongefractioneerde Heparine (OFH) is een mengeling van moleculen met verschillend moleculair gewicht en biologische activiteit. Het heeft niet het proces ondergaan waarbij moleculen van verschillend gewicht gescheiden worden, wat laag moleculair gewicht heparines wel hebben.
-
Een arts die speciaal opgeleid is om kanker te diagnosticeren en behandelen.
-
Posttrombotisch syndroom (PTS): een mogelijk langetermijngevolg van een diep-veneuze trombose. De symptomen kunnen onder meer pijn, zwelling, jeuk of tintelen zijn, evenals verkleuring van de huid en zweren aan de benen.
-
De term trombose verwijst naar abnormale, levensbedreigende bloedklonters die zich vormen in de ader of slagader.
-
Een bloedstolsel dat is ontstaan op de plaats waar het zit.
-
Een minder vaak uitgevoerd onderzoek dat bloedproppen in het been vaststelt door middel van een speciale kleurstof die wordt ingespoten in een ader in de voet. Daarna wordt er een röntgenfoto gemaakt om vast te stellen of er een bloedprop aanwezig is.
-
Een aandoening waarbij men extreem moe is en niet kan functioneren door een gebrek aan energie.
-
Vitamine K-antagonisten (VKA) belemmeren de vitamine K, die essentieel is voor de bloedstolling. Dat betekent dat als VKA’s worden toegediend, het langer duurt voor het bloed stolt.
-
Veneuze Trombo-Embolie. De vorming van bloedproppen in de ader. Als een bloedprop ontstaat in een diepliggende ader, meestal in het been, noemen we dat een diep-veneuze trombose of DVT. Als die prop afbreekt en naar de longen zwerft, noemen we dat een longembolie of LE. DVT en LE worden samen aangeduid als VTE.
-
Een antistollingsmedicijn in tabletvorm.