Hoe worden diepe veneuze trombose en longembolie vastgesteld?

Hier lees je wat je kunt verwachten van de onderzoeken.

Bij deze bloedtest worden de bijproducten van een bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. bepaald, waardoor artsen kunnen vaststellen of iemand DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
heeft. Een negatief resultaat betekent dat er geen bewijs is voor een trombusEen bloedstolsel dat is ontstaan op de plaats waar het zit.. Een D-dimeertest kan ook positief uitvallen, omdat er stukjes bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee. van een andere verwonding, zoals een snij- of schaafwond, worden gevonden. Bij een positieve test moet er dus verder onderzoek gedaan worden om een DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
onomstotelijk vast te stellen.

Echografie voor DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
-diagnose

Bijna iedereen kent de echografie wel als middel voor zwangerschapsonderzoek, maar hij wordt ook vaak gebruikt voor andere dingen, zoals het vaststellen van DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
. Dit onderzoek is niet-invasief; een zorgprofessional beweegt een handapparaat over je been heen en weer en kijkt op het scherm of er bewijs te vinden is voor een trombusEen bloedstolsel dat is ontstaan op de plaats waar het zit.
(bloedstolselEen bloedstolsel is een klont ingedikt bloed die bestaat uit bloedplaatjes. Stolsels vormen zich om een bloeding te stelpen, bijvoorbeeld bij een snee.).

VenogramEen minder vaak uitgevoerd onderzoek dat bloedproppen in het been vaststelt door middel van een speciale kleurstof die wordt ingespoten in een ader in de voet. Daarna wordt er een röntgenfoto gemaakt om vast te stellen of er een bloedprop aanwezig is.
voor DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
-diagnose

Als je arts na een D-dimeertest en/of echo geen duidelijk resultaat heeft, kan hij of zij een venogramEen minder vaak uitgevoerd onderzoek dat bloedproppen in het been vaststelt door middel van een speciale kleurstof die wordt ingespoten in een ader in de voet. Daarna wordt er een röntgenfoto gemaakt om vast te stellen of er een bloedprop aanwezig is.
laten maken. Tijdens dit onderzoek wordt er een speciale kleurstof in een ader in je voet gespoten en daarna wordt er een röntgenfoto gemaakt van je been. Als je DVTDiepe veneuze trombose (DVT): de aandoening waarbij een bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich vormt in een diepliggende ader. 
hebt, zal op de foto’s de kleurstof te zien zijn, die zich rond het stolsel heeft verzameld.

Computer Tomografie (CT) scan voor LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
-diagnose

Door middel van een CT-scan krijgen artsen een tweedimensionaal beeld van je organen. Om erachter te komen of je een longembolie (LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
) hebt, spuit je dokter een speciale kleurstof in je bloed. Op beelden van de CT-scan zijn de bloedvaten in je longen te zien, en wordt zichtbaar of er een stolsel zit.

Longscan of longperfusie- en ventilatiescan (V/Q-scan) voor LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
-diagnose

Een V/Q-scan geeft een beeld van de luchtstroom door je longen, waardoor de artsen kunnen zien of je een LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
hebt. Tijdens dit onderzoek adem je een speciaal gas in; op de V/Q-scan kun je dan beter zien hoe de lucht door je longen stroomt. Op hetzelfde moment krijg je ook een injectie waardoor zichtbaar wordt hoe het bloed door je longen stroomt. Je arts kan de diagnose LEAls er een stukje van het bloedstolsel (trombus) losschiet, gaat dat door het lichaam zwerven vanuit de ader en mogelijk komt het dan terecht bij het hart en de longen. Dit “zwervende” bloedpropje heet een “embool ”. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de long, noemen we het een longembolie (LE). Een LE is gevaarlijk en je hebt dan meteen medische hulp nodig, omdat het de bloedtoevoer naar een deel van de long kan afsluiten.
stellen, als op de scan te zien is dat er door delen van je longen wel lucht stroomt, maar geen bloed.